
COMPASS: ‘Compensatie bij Parkinson Stimulatie Studie’
Compensatiemechanismen in de hersenen
De ziekte van Parkinson is een progressieve aandoening waarbij dopamine-producerende neuronen in de hersenen afsterven. Er bestaan behandelingen voor de symptomen, maar het is nog niet mogelijk om de schade aan de hersenen te remmen of te stoppen. In een grote studie van 300 mensen met de ziekte van Parkinson ontdekten de onderzoekers dat de achteruitgang niet alleen samenhangt met het verlies van dopamine-producerende cellen. De hersenen kunnen het verlies van deze cellen compenseren door signaalroutes gedeeltelijk te reorganiseren. De onderzoekers zagen dat mensen die snel achteruitgingen deze compensatiemechanismen in de hersenen ook snel verliezen, terwijl de compensatie intact bleef bij degenen die langzamer achteruitgingen.
Onderzoek naar hersenstimulatie met geluidsgolven
Dit biedt een kans: als de compensatiemechanismen versterkt kunnen worden, zou de achteruitgang mogelijk vertraagd kunnen worden. De onderzoekers willen mensen met de ziekte van Parkinson behandelen met uitwendige hersenstimulatie door middel van hoogfrequente geluidsgolven. Deze techniek, transcraniële ultrasone stimulatie (TUS) genoemd, zou de compensatie in de hersenschors kunnen versterken. Alle deelnemers krijgen twee behandelingen met TUS op verschillende hersengebieden: één gericht op het hersengebied waar dopamine ontbreekt, en de andere op de hersenschors, waar compensatie plaatsvindt. Voor en na elke behandeling wordt de hersenactiviteit gemeten, evenals de traagheid bij bewegingen en de reactiesnelheid.
Hoe hersenstimulatie kan helpen om achteruitgang te vertragen
Als TUS de compensatiemechanismen in de hersenschors kan versterken, zou dit de basis kunnen vormen voor verder onderzoek naar het remmen van de ziekteprogressie bij parkinson. Het remmen van motorische achteruitgang is van groot belang, omdat het mensen kan helpen langer onafhankelijk te blijven. De onderzoekers gaan de effecten van TUS in kaart brengen, om te bepalen of TUS in de toekomst een mogelijke behandeloptie kan zijn.